Alumni Talks / Jelka Quintelier

In het kader van het onderzoeksproject ‘Afterschool’ interviewden masterstudenten Charlotte Van de Velde en Saskia Van der Gucht ontwerper Jelka Quintelier. Jelka Quintelier volgde een bacheloropleiding Juweelontwerp|Edelsmeedkunst aan Sint Lucas Antwerpen en behaalde in juni 2013 een Masterdiploma in Goldsmithing, Silversmithing, Metalwork and Jewellery Design aan de Royal College of Art (RCA) in Londen.
blg.126.web_importerdatashow_imagesshow_2013_profiles2400_goldsmithi.webp
Je hebt een Master degree in Londen behaald. Hoe belangrijk was het voor jou om naar het buitenland te gaan voor je master?
Een internationale master volgen, is helemaal anders: je studeert met mensen van verschillende nationaliteiten met uiteenlopende achtergrond, cultuur, leeftijd. Ook omdat de opleiding zeer duur is, kom je op een ander niveau terecht. Dat maakt dat iedereen heel gedreven is: een dag geen les volgen, heeft geen enkele zin. Je beseft dat je enkel voor jezelf werkt. Erg bevorderlijk voor de concentratie en een goede manier om internationale connecties te leggen binnen de grote groep van 20 mensen. Je werkt ook anders, gerichter, door in een wereldstad te zitten. Materiaal zoeken, doe je bijvoorbeeld online. Je krijgt ook een andere kijk op ‘juweelontwerp’, omdat iedereen een andere achtergrond en cultuur heeft. Er heerst een andere sfeer.
En na je studies in London?
Ik heb een aanvraag ingediend bij Hothouse van de Crafts Council2. De toelatingsprocedure was niet eenvoudig: portfolio, motivatie, statement, toekomstplannen. Het is bedoeld voor mensen die hun eigen praktijk willen starten én je moet in Engeland blijven werken.
Welke rol speelt Crafts Council in Engeland?
Crafts Council is een organisatie die subsidies krijgt en zich inzet voor ontwerpers die met en rond ‘craft’ werken. Naast Hothouse organiseren ze bijvoorbeeld ook Collect in Londen. Je hebt zowel een Crafts Council als een Arts Council, die zich meer richt op kunst. Er werken ervaren mensen en ze zijn heel goed georganiseerd. Beeldende kunst en crafts zijn van elkaar gescheiden en hedendaagse juwelen vallen onder crafts. Ook al beseffen ze dat niet iedereen echt 'craft' maakt. Ze begeleiden je ook wanneer je niet in een bepaald vakje past.
Kan je iets meer vertellen over de werking van Hothouse?
Hothouse bestaat nog maar 4 jaar. Het is een programma van 6 maanden, van januari tot mei, met in september nog een afsluitdag. In die periode krijg je individuele begeleiding bij het maken van een businessmodel voor de komende 5 jaar. De deelnemers worden ingedeeld in groepen (court), afhankelijk van locatie. In deze court zijn verschillende disciplines binnen de ‘crafts’ vertegenwoordigd. Elke court werkt samen met twee à drie galeries en musea. De galeriehouders of museummedewerkers zorgen ervoor dat we tentoonstellingsmogelijkheden krijgen op die plaatsen. Hothouse begeleidt ons ook in het benaderen van andere galeries en het opbouwen van connecties. De professionele kant van de zaak dus. Met de mensen binnen je court spreek je bijvoorbeeld over het aanpakken van tentoonstellingen. Je vindt steun bij elkaar, omdat je in dezelfde situatie zit. Hothouse vraagt je om een contract te tekenen zodat je effectief heel het programma volgt en doet wat ze vragen. Ze verwachten gedrevenheid en motivatie. Als ‘ex-Hothouse’ kan je gevraagd worden om je in te zetten voor nieuwe deelnemers.
Waarom komen dergelijke organisaties meer voor in Engeland dan in België?
Ik weet niet waar het verschil met België vandaan komt. Het is gemakkelijker om iets op te starten in Engeland dan in België, denk ik. In Londen zijn meer designers, dus is er meer concurrentie. Het heeft waarschijnlijk wel geholpen om geselecteerd te worden voor Hothouse, omdat ik afgestudeerd ben aan de RCA. Voor mijn deelname aan de Design Week in Milaan zat ik bij 'Designersblock', een organisatie die gevestigd is in Londen. Zij houden zich bezig met opkomende, talentvolle designers. Ik besefte dat ik echt bij hen moest zijn, omdat zij hun selectie in Milaan tentoonstellen. Om goede connecties te maken in Londen, moest ik in Milaan zijn! Dat is misschien vergelijkbaar met Schmuck in München, waar je ook in één keer een grote groep mensen ontmoet die met hedendaagse juwelen bezig is.
‘Moving On Collective’ is een collectief van RCA-studenten waar je deel van uitmaakt. Wanneer is dit begonnen?
We hebben ‘Moving On’ in ons tweede masterjaar opgericht en zijn met 10 leden. Het is nu wel moeilijker afspreken dan toen we studeerden, omdat twee groepsleden in Denemarken wonen, één persoon in China en nog iemand ergens anders in Engeland. De rest woont nog in Londen. We bestaan nu een jaar en 4 maanden.
Hoeveel projecten hebben jullie al gedaan?
Ik denk dat wij in totaal 7 of 8 projecten hebben gerealiseerd. Het goede aan ‘Moving On’ is dat je sterker bent als groep, ook al loopt ons werk en onze mening uiteen. Je wordt toch sneller door een organisatie benaderd voor een project. Als laatste project hebben we als collectief deelgenomen aan de Milaan Design Week.
Hoe hebben jullie dit aangepakt?
We hebben daarvoor aan crowdfunding gedaan via Kickstarter5, waarvoor je ruim op voorhand alles zelf moet organiseren. Het begint met een concept bepalen, bedenken hoe we alles gaan samenbrengen, hoeveel plaats we nodig hebben, postkaarten laten drukken, de website updaten, enz. Hoe zetten we dat op de Kickstarter, hoe berekenen we onze kosten, wat zal onze tekst en film zijn? En dit met werk van 10 mensen! We hebben taken, zoals marketing en sociale media, verdeeld om alles internationaal bekend te maken. Want je moet een paar weken op voorhand kunnen aankondigen hoeveel tijd en geld je nog nodig hebt om 10 dagen naar Milaan Design Week te kunnen gaan.
Wat is het belangrijkste dat je hebt geleerd?
Het komt erop neer om contacten te leggen en geld in te zamelen. Bij Kickstarter is het zo dat je het ofwel haalt ofwel krijg je niets. We hadden allemaal een paar honderd pond kunnen geven, maar met Kickstarter creëer je ook een ‘buzz’ om de pers te halen. Je moet natuurlijk ook persberichten uitsturen zodat Arts Thread en andere blogs deze kunnen posten. Het is een heel netwerk creëren, wat veel werk is.
Heb je een job buiten je artistieke werk?
Ik heb een parttime job in een winkel voor 4 dagen per week. De andere drie dagen werk ik voor mezelf. Mijn baas helpt me ook met mijn businessmodel. Ze openen constant nieuwe winkels en mijn baas heeft me gevraagd of ik de nieuwe winkel wil ontwerpen. Dat is een super kans! Ik krijg een budget en mag ermee doen wat ik wil. Ik tracht goed overeen te komen met mijn baas, want connecties maken is één van de belangrijkste dingen. Je weet nooit met wie iemand bevriend is of tegen wie je eigenlijk aan het praten bent. Ik doe zoveel als ik kan en ik neem zoveel mogelijk initiatief. Je kan uit alles iets halen. Vooral door met mensen te praten, kunnen ze potentieel in je zien.
Hoe verkoop je jouw werk?
Het meeste verkoop ik op beurzen en aan mensen of galeries die me rechtstreeks contacteren. Ik had nu een tentoonstelling in Nederland en Italië waar ik ook enkele werken heb verkocht. Online is het moeilijk om te verkopen.
En heb je een apart atelier?
Ja, want ik woon heel klein. Het atelier is een soort magazijn. De eerste twee verdiepingen is een club waar schilders, meubelmakers en modeontwerpers zitten. Dat is wel een goede plek en het kost maar 75 pond per maand omdat we de ruimte met 4 delen. Londen is ongeveer 3 keer duurder dan België, maar dit valt nog mee ten opzichte van bijvoorbeeld New York.
Hoeveel tijd spendeer je aan het maken?
Als je je eigen zaak start, besteed je maar 10% van je tijd aan maken en 90% aan al de rest zoals website, e-mailen, werk opsturen, uitnodigingen versturen, teksten schrijven, portfolio’s opsturen, enz. Je bent zowel je eigen manager als secretaresse, meer dan ontwerper. Tenzij dat je iemand hebt die dat voor je doet. Ik heb dat echt onderschat, maar gelukkig vind ik het ook wel leuk. Als verkoopster kan ik mijzelf ook goed promoten. Een hele week bezig zijn met mijn eigen werk zou ik ook niet kunnen. Mentaal en fysiek kan je niet constant met nieuwe ontwerpen komen, heb ik ook gemerkt.
Die context van ‘naar school gaan’ is dus anders?
Inderdaad, op school kan je je concentreren op je werk zonder dat je hoeft na te denken over alles wat erbij komt kijken. Je hoeft je werk niet aan de wereld te laten zien, enkel nog maar aan je docenten die iets kritischer zijn dat het grote publiek. Maar ik ben blij dat ik afgestudeerd ben, ik zou niet terug student willen zijn. (lacht)