Juweelontwerp | Edelsmeedkunst is een academische opleiding, hoe merk je dat in het programma?
Hilde De Decker: Door de nadruk te leggen op een onderzoeksmatig werkproces en dat als zodanig ook te presenteren. Daarbij hoort dat je als student leert kritisch te kijken naar je eigen ontwikkeling, dat je geregeld nadenkt over je eigen werk en dat van anderen, dat je je proces leert analyseren om zo je eigen werkmethode altijd opnieuw te verbeteren.
Ria Fabri: Een kritische student is daarom niet gauw tevreden met het resultaat. Dit bevordert zeker de kwaliteit van het werk. Bovendien moet je ook tijdens je ontwerpproces goed kunnen organiseren en structureren zodat je een efficiënte onderzoeksmethode kan ontwikkelen. Je moet bijvoorbeeld bronnenmateriaal kunnen opzoeken en daar kritisch mee leren omspringen. Dat wil zeggen dat je weet hoe en wanneer je dit verzamelde materiaal inzet - zodanig dat het relevant wordt voor je eigen werk.
Pia Clauwaert: We leren studenten hun onderzoek en opzoekingen te verwerken in een logboek, een soort van mentaal schetsboek. Door hun bronnen op papier te zetten en te verwerken, ervaren studenten dat die niet allemaal even waardevol zijn en kunnen zij daarin een bepaalde hiërarchie aanbrengen. Ook commentaren van docenten en medestudenten worden in het logboek opgenomen. Zij dienen als geheugensteuntje bij het reflecteren over het eigen werkproces.
Bart Vermaercke: Een andere manier om je werk te leren evalueren of om tot dieper inzicht te komen, is leren praten over je werk. Pas wanneer je in discussie met anderen moet verantwoorden waarom je bepaalde keuzes maakt en voor specifieke oplossingen kiest, begrijp je jezelf beter of zie je waar je in de fout bent gegaan. Daarom organiseren wij vaak groepsgesprekken en worden er ook regelmatig toonmomenten ingelast waarbij studenten hun eigen werk moeten presenteren.